Bij Dataveiligheid gaat het erom houding en gedrag van management positief te beïnvloeden. Dat kan met een Dynamische Krachtenveld Analyse (DKA).
Een krachtenveldanalyse beschrijft belang en kracht van de individuele actoren binnen een netwerk en de dynamiek in een netwerk. Een “actor” kan een mens zijn, maar ook een organisatie, afdeling, structuur, mits die
- zelfstandig gedrag vertoont en
- beïnvloed kan worden.
Het netwerk
Managers maken deel uit van een systeem van belanghebbenden, stakeholders. Belangrijk, want het veranderen van gedrag van één persoon verandert het systeemnetwerk, en daarmee, het gedrag van anderen die een rol spelen. Je kunt niet een persoon los zien van alle andere personen in de omgeving.
Om het gedrag van één manager te kunnen veranderen moet je naar het systeem kijken. In een schema:
- “Waar je in het systeem staat bepaalt wat je ervaart”
- “Wat je ervaart bepaalt hoe je reageert”
- “Hoe je reageert bepaalt waar je heen geduwd wordt”
- “Waar je heen gaat bepaalt wat je daar ervaart”
Door de samenhang te begrijpen, er erop te sturen, krijg je effect. De vraag: ‘Wat maakt dat …’ is één aspect van de sturing, er zijn er meer.
Het probleem
Databeveiligers focussen op het probleem, althans, zoals zij dat ervaren. Vandaar ook dat zij vragen naar het ‘Waarom”.
Vanuit de DKA gezien, zijn er geen problemen. Althans, geen inhoudelijke problemen. Op een inhoudelijk probleem zet je en expert en die komt met een oplossing.
De echte vraagstukken ontstaan omdat de één er zus over denkt en de ander zo. En jij hebt gelijk.
Dat kan dan wel zo zijn, maar daarmee ontstaat niet de beweging dat een manager met je mee gaat. Hoe dan wel?
De analyse
Wat we eerst gaan doen in de DKA is het krachtenveld in kaart brengen. Er ontstaat dan een soort bollenplaat, zoals dit voorbeeld:
Met zo’n schema “bereken” je wie (welke actor) je moet beïnvloeden om jouw manager te laten bewegen. En hoe de gevonden actor beïnvloed wordt. Wat zijn rol is in het systeem en wat maakt dat hij anders acteert.
Waarom is dat belangrijk? Omdat je zelf ook een actor bent in het systeem. Jouw primaire medeactors staan in dit diagram:
Als je niet op alle drie assen acteert kom je in valkuilen terecht.
Als de “leiding” buiten de actie blijft, kom je terecht in de valkuil: Gelijk hebben, niet krijgen.
Als de “peers” niet meedoen, is de valkuil: gelijk heben en krijgen, maar niet realiseeerbaar.
En als de inhoud niet past, dan krijg je als actor te maken met gelijk krijgen, maar niet hebben.
Je bent nu bijna klaar om met ‘Wat maakt dat …’ vragen je doel te bereiken. Wat nog mist, is de factor: langszij komen. Je wilt contact krijgen met de actor die je beïnvloeden wilt. En het beste is, dat de actor zijn eigen oplossing tot stand brengt. Want hij heeft vast nagedacht over het probleem en heeft er belang bij het op te lossen. Je moet eerst zijn situatie begrijpen. Zijn positie en achtergrond weten. Dat betekent ‘langszij komen’
Heb je die situatie bereikt, dan kun je met ‘Wat maakt dat ..’ vragen de manager helpen zijn oplossing te formuleren in zijn eigen kader. Inmiddels is dat ook jouw kader, want je bent langszij en je vaart samen op. Andere relevante vragen zijn in dit stadium: ‘Wie heeft er last van als …’ en zelfs: ‘Wat gebeurt er als je (n)iets doet?’.
De kans is groot dat je samen een manier vindt om je doel te realiseren, zonder dat iemand het gevoel heeft te verliezen. Samen iets tot stand brengen is een goed uitgangspunt voor een volgende interactie. Je hebt het systeem veranderd!
Wil je meer weten over Dynamische Krachtenveld Analyse? Neem dan contact op met IT’s Jaap.